TriFinance PowerBI Challenge: Een verslag van onze spannende dashboard competitie

Voorbereiding en de competitiedag

We wilden dat iedereen een eerlijke kans had om te stralen. Daarom deelden we een week voor de wedstrijd een speciale 'Dashboard in a Day'-trainingssessie. Dit gaf de deelnemers de mogelijkheid om vertrouwd te raken met PowerBI, een cruciaal hulpmiddel voor moderne data-analyse en visualisatie. Op de dag van de competitie begonnen we met een korte briefing om iedereen hetzelfde vertrekpunt te kunnen geven. Daarna kregen onze deelnemers twee uur om zich te verdiepen in de data en nog een uur voor het daadwerkelijk creëren van het dashboard en de bijbehorende storytelling. Een interessant aspect was dat het gebruik van AI was toegestaan - een knipoog naar de geavanceerde technologieën waar we dagelijks mee werken en die onze toekomst zullen veranderen.

Uitdagingen, leermomenten en belangrijke insights

Natuurlijk ging niet alles vlekkeloos, wat de competitie juist realistisch en leerzaam maakte. Zoals een laptop die crashte zonder opgeslagen werk, of het moment waarop iemand besefte dat PowerBI niet compatibel is met een MacBook. Dit zijn de dagelijkse uitdagingen die ons scherp houden in de echte wereld van data-analyse. De feedback van de deelnemers was enorm waardevol. Ze merkten op dat AI in PowerBI een geweldig hulpmiddel was voor het corrigeren van DAX-code fouten. Dit toont aan dat, hoewel AI een krachtige assistent is, het menselijk inzicht en expertise onmisbaar blijven. Ook bleek dat deelnemers die de “Dashboard in a Day-training” hadden gevolgd of een PL-300 certificering hadden, beter presteerden.

Conclusie en kijk op de toekomst

Samenvattend: om te excelleren in een dashboard competitie, zijn er drie sleutelpunten:

• stel de juiste vragen (wie is je publiek?),
• volg ten minste de Dashboard in a Day-training
• Pas de geleerde best practices zo snel mogelijk toe

Benieuwd wat (Power) BI voor jouw organisatie kan betekenen? Neem dan contact op met mij of mijn collega’s Gijs Gastkemper of Giancarlo Gallant.